Een nacht in Toledo

104

´Het is rustig vanavond, eh´, zegt de jongen achter de bar, terwijl hij mijn gintonic klaarmaakt. Ik kijk om me heen. Twee barkrukken verderop zit de uitsmijter. Óf deze forse man heeft net voor mijn binnenkomst zijn werk héél goed gedaan óf geen enkele Toledaan weet vanavond deze bar te vinden. Het verbaast me niet, het is half één in de nacht tussen twee doordeweekse dagen en de bar ligt in de oude stad van Toledo. Daar zie je als het avondschemer is overgegaan in de donkere nacht niemand op straat, dus ook niet in een bar. Toledo is een museum, waar rond zes uur ´s avonds de laatste toeristen vertrekken, meestal terug naar Madrid. Vandaag was dat een groepje Japanners, die we tegenkwamen bij het museum van de Concilies en de Visigotische cultuur en later zagen we ze wandelen op de brug van San Martin. En dan, als de laatste toerist is verdwenen, dan komt Toledo tot leven. Dan sluipen de geesten van de Heilige Idelfons, van kolonel Moscardó, van de schrijver Cervantes, van de joodse schatbewaarder Samuel Levi, van de schilder El Greco, van kardinaal Mendoza en van koning Alfonso VI uit de harnassen die voor de toeristenwinkels staan en waar ze zich de hele dag schuilhouden. Een nacht in Toledo is als de de film A Night at the Museum.

151In de laatste vijf jaar ben ik meer dan dertig keer in Toledo geweest. Maar nooit had ik er overnacht. Altijd bezoeken we de stad vanuit Madrid. ´s Ochtends om 09.00 uur op weg en ´s avonds om 18.00 uur weer terug in het hotel. Of op doorreis van Granada over de vlakte van La Mancha naar Madrid. En dan kun je in Toledo niet meer doen dan dat de meeste toeristen doen. Starten op het plaza de Zocodover, door de calle de Comercio naar de kathedraal. Doorsteken tussen gemeentehuis en bisschoppelijk paleis naar de calle Santo Tomé en de gelijknamige kerk, waar het beroemde doek van El Greco hangt, de Begrafenis van de Conde de Orgaz. Dan door San Juan de Dios en Samuel Levi langs de synagoge El Tránsito, om door de de calle Reyes Católicos naar de syanago Santa Maria la Blanca en de kerk San Juan de los Reyes te gaan. Vandaar is het nog een korte afdaling naar de brug van San Martín, waar aan de overkant de bussen klaar staan om de bezoeker weer terug te brengen naar Madrid. Meer past er niet in een dag.

Waar moet je beginnen als je de stad echt wilt leren kennen. De momumenten uit verschillende perioden van de geschiedenis staan naast of op elkaar in een klein doolhof. Romeinen, Visigoten, Moren, Christenen, joden, hoe diep wil je graven in de Spaanse geschiedenis. Toledo is het decor van het Spaanse verleden, de decorstukken staan er nog, de hoofdrolspelers vertrokken in de 16e eeuw met het hof van Filips II naar Madrid. Een vernedering voor de keizerlijke stad. Daar ligt Toledo, nog steeds op een voetstuk gelegen, omsingeld door de rivier de Taag, die de tranen meevoert naar de Atlantische Oceaan van degenen die nog steeds wenen om het noodlot van Toledo, of om hun eigen noodlot. De tranen stromen uit de kelders onder de Joodse 154wijk en aan de andere kant van de stad, waar ooit de medina was en waar nu nog de voormalige moskee van Cristo de la Luz staat. De legende vertelt dat toen koning Alfonso VI in 1085 de stad binnentrok, zijn paard knielde voor de moskee. Zijn soldaten trokken naar binnen en werden verrast door een fel schijnend licht. Men begon onder de grond te zoeken en daar vond men in een crypte een kruisbeeld dat na vier eeuwen nog steeds door een lamp werd beschenen. Misschien moet hier het bezoek aan Toledo beginnen. Want deze voormalige moskee, waar later de Christenen een halfronde absis voor het hoofdaltaar aan toevoegde en de moskee inwijdde als hermitage, is het oudste gebouw van de stad, daterend uit de 10e eeuw. Maar als we de hermitage uitlopen, stuitten we op een nóg ouder Toledo. Twee werklieden zijn de laatste granieten blokken van de Romeinse weg aan het schoonvegen. Deze weg liep vroeger door tot het hoogste punt in de stad, waar nu het alcázar staat, gesticht door keizer Karel V, op de plaats waar de Moren hun alcazaba hadden en waar daarvoor de Romeinen hun fortificatie hadden gebouwd. En zo is het verhaal in Toledo steeds weer hetzelfde. Het begrip recycling is hier al eeuwenlang bekend.

Het alcázar werd in de Burgeroorlog bijna helemaal vewoest. Een grootscheepse restauratie gaf 121het imposante bouwwerk van de architect Covarubias zijn glans weer terug. Aan de noordzijde werd een paar jaar geleden een strakke vleugel aan het gebouw toegevoegd. Daar is nu de ingang van het militair museum. Als je om het alcázar heenloopt, kun je niet anders dan er tegenop kijken. Het alcázar domineert het stadsbeeld. Dat is wel duidelijk als je op het uitzichtspunt staat aan de zuidkant van de stad. Alleen de toren van de kathedraal en de kerk van San Idelfonso, de voormalige jezuïetenkerk, mogen wedijveren met het alcázar. Het zijn de gebouwen die houvast geven aan de bezoeker die niet de geëffende paden wil volgen of die zich niet wil laten commanderen door de roze bordjes van het bureau van Toerisme. Het is de enige manier om Toledo echt binnen te dringen. Zeker wanneer je de wandeling maakt buiten het toeristenseizoen én na een uur of zes ´s avonds. Dan vallen ook de restaurants en café´s pas op waar de handvol locals naar toekomen die de oude stad bevolken. De restaurants die van het toerisme leven, sluiten bijna allemaal vroeg in de avond. Zo ontdekten we café La Malquerida, in een zijstraat, tegenover de kloostermuur van de kathedraal en het restaurant Trébol, in een zijstraat bij het plein van Zocodóver, dat iedere avond vol loopt, en waar we heerlijke gevulde aardappels en een rosca met gehakt van hert aten. Op de terugweg naar ons hotel, gelegen aan de rand van de oude joodse wijk aan de andere kant van de stad, besloot ik om nog wat door de straatjes te zwerven, stiekem hopend om hetzelfde mee te maken als Gil in de film Midnight in Paris van Woody Allen. Maar er stopte geen auto om me een lift te geven naar het middeleeuwse Toledo. Deze avond zou ik El Greco niet ontmoeten.

Etiquetas: , , ,

2 respuestas to “Een nacht in Toledo”

  1. Hari Knebel Says:

    Bij een artikel als dit neem ik steeds nog eens de foto’s erbij die ik bij onze reizen in Spanje maakte. Zo in 2006 onze reis Madrid etc. In Toledo maakten we koffiepauze toevallig precies voor de in verbouwing zijnde sportzaak van Federico Bahamontes. Frits (rug naar de camera) drukte de hand van mijn vrouw, zodat we thuis konden vertellen dat we Bahamontes nog eens in levende lijve hadden ontmoet.
    Je verhalen blijven boeien.
    Fijne Kerstdagen en een gelukkig nieuw jaar 2014 wensen we je toe. Hari Knebel (Vrinden Catharinagilde Kerkrade)

  2. Henk Says:

    Jeetje jongens, wat een boeiend en meeslepend verhaal, leuk. Groeten Henk

Deja un comentario