Cuenca, culturele hoofdstad van Europa 2016!

Tenminste, als het aan ons had gelegen. We lieten ons zonder problemen omkopen door Almudena en José, onze vrienden uit Cuenca. Zij namen ons mee naar bar Estela, waar we sesos de cordero rebozados, zarajos, orejas de cerdo en morteruelo proefden. Klinkt lekker? Misschien neemt de trek iets af na de vertaling van deze lekkernijen; hersenen en darmen van het lam, varkensoren en een ragout van wild. Dat is de keuken van Cuenca. De joviale glimlach van bar-eigenaar Cesar trok ons over de streep. Het afgelopen weekend was mijn laatste vrije weekend tot 2o mei, dus we wilden iets moois maken van dat weekend. En dan is het altijd meegenomen als je vrienden hebt die in een stad als Cuenca wonen, al was het weer nog niet ideaal voor een weekendje weg. Toch was het druk met weekendgangers in de stad, ook omdat Cuenca sinds eind vorig jaar via de hogesnelheidstrein met Madrid is verbonden. De AVE doet er 51 minuten over, een enkele reis kost 38,40 euro. Cuenca is vooral bekend vanwege de Casas Colgadas, de hangende huizen, al zijn het alleen de balkons die over de kloof hangen. De oude stad van Cuenca balanceert op een smalle rots, waarlangs in de diepte de Júcar en Huecar stromen. Op het randje van de rots staan de huizen, waarvan de drie hierboven op de foto het bekendst zijn. Cuenca is Cultureel Werelderfgoed van UNESCO, maar wordt door buitenlandse reisorganisaties nog nauwelijks bezocht. Ook bij mijn reisorganisatie SRC is de regio van Cuenca, gelegen in het oosten van La Mancha, een grijs gebied. Terwijl er ook rond Cuenca veel te zien is. Op zondag namen onze vrienden ons mee op een tocht door de Serranía de Cuenca langs uitgesleten bergwanden van kalksteen, bossen van pijnbomen met herten, en uitzichtspunten, zoals die bij Las Majadas, vanwaar je de hele serranía kunt overzien. Voorbeelden genoeg om Cuenca in 2016 uit te roepen tot Culturele hoofdstad van Europa, maar helaas, de kandidaat-stad is al uitgeschakeld in die race. Het gaat nu nog tussen Segovia,  Burgos, San Sebastián, Las Palmas de Gran Canaria, Córdoba en Zaragoza. Wie de afgelopen tijd een van deze steden heeft bezocht, zal het jaartal 2016 niet zijn ontgaan. Op spandoeken op het gemeentehuis, op stadsbussen, bij de belangrijke monumenten, overal komen de vier cijfers terug. Eind juni wordt de winnende stad bekend gemaakt. Die stad mag de titel van culturele hoofdstad over vijf jaar delen met een stad in Polen. Van de zes steden zal ik alleen Las Palmas niet bezoeken voor eind juni. Misschien kan ik de stad nog zien vanaf Tenerife, waar ik morgen voor een week naar ga. De winnaar zal na Madrid (1992), Santiago de Compostela (2000) en Salamanca (2002) de vierde Spaanse culturele hoofdstad zijn. Voor een stad is het uiteraard een prachtige kans om het culturele aanbod uit te breiden en daardoor meer bezoekers te lokken. Salamanca heeft daar in 2002 goed van geprofiteerd. De stad kreeg ondermeer een nieuw treinstation, links op de foto, en een congrescentrum en er werden tijdelijke exposities georganiseerd die zo succesvol bleken, dat ze nog steeds bestaan, zoals de expositie Ieronimus, ingericht in de kerktoren van de oude en de nieuwe kathedraal. Dat de begroting niet helemaal sluitend was, daar maken alleen de politici zich druk om. Nederland is in 2018 aan de beurt. Daar gaat de strijd tussen Utrecht, Den Haag, Maastricht en Brabantstad, een samenwerking van verschillende steden in Brabant. Dit jaar zijn  Tallinn in Estland en Turku in Finland de culturele hoofdsteden. Cuenca zal geduld moeten hebben.             

Etiquetas: , , ,

Deja un comentario